Het plezier van een saai leven.

Foto door Pixabay op Pexels.com

Het creëren van een leven waar ik geen vakantie van hoefde te nemen, was wat ik wilde toen ik nog werkte en we nog in Nederland woonden. En nu mijn realiteit.

Toen we in 2012 voor het eerst na vijf jaar weer op vakantie gingen –Noorwegen, uiteraard- had ik tranen in mijn ogen toen we weer terug moesten, zo vreselijk vond ik het om weer naar kantoor te moeten, naar dat stomme nieuwbouwhuis in die stomme nieuwbouwwijk, de file en nimmer aflatende drukte in Nederland.

Omdat we al hadden besloten te gaan emigreren, voelde in Nederland blijven wonen –de huizenmarkt was nogal shit destijds- alsof we in een wachtruimte zaten, zonder te weten wanneer we aan de beurt zouden zijn. We besloten uiteindelijk wel om er het allerbeste van te maken op de plek waar we waren, want je leven wegwensen is zo zonde.

Als ik moest gaan werken, keek ik uit naar woensdagmiddag (ik werkte uiteindelijk nog maar drie dagen) maar donderdagochtend voelde ik alweer de dreigende maandagmorgen. Het was vreselijk.

Niet heel veel later zegde ik mijn baan op en nog anderhalf jaar later vertrokken we eindelijk naar Noorwegen.

Ik heb altijd al een kalm leven gewild, ergens in het hoge noorden. Ik zag mezelf voor me in een houten huis aan een groots, mistroostig en onpeilbaar diep fjord, kop koffie in de hand, kat op schoot, kaarsje op tafel, starend uit het raam.

Kluizenaars, Gandalf, einzelgängers en de rare oude vrouw -een heks?- in het huisje in het bos spraken me van kleins af aan al meer aan dan de sprookjesprinsessen in de drukke kastelen met bedienden en kamermeisjes.

Dromen over een carrière heb ik nooit gehad. Ja, toen ik acht was wilde ik secretaresse worden net als mijn favoriete tante, maar dat was het wel. Op reizen ben ik nooit bijzonder dol geweest. Nog steeds niet. Ik vind het wel leuk maar ik ben veel liever thuis bij mijn beestjes en ’s avonds in mijn eigen bed. Ik houd niet van feestjes, mensenmassa’s, verrassingen of andere dingen die me uit mijn gewone doen halen.

Ik houd van een laaaangzaaaam leven. Van ’s ochtends vroeg wakker worden en in alle stilte koffie drinken en mijn gedachten op papier zetten. Van daarna met de man op de bank een boek lezen. Van een beetje rommelen in de tuin, het huis netjes maken, koken en een lange wandeling maken. Van schrijven en lezen en vogels kijken en opruimen. Ik vind het fijn om zo min mogelijk te bezitten –steeds minder, nog minder- en houd van lege ruimte. Het maakt me blij.

Dat is niet echt de norm. Maar ik heb ook weinig met de norm. De wereld kan schreeuwen dat je er op een bepaalde manier uit moet zien, je op een bepaalde manier moet kleden, de bestsellers moet lezen, geregeld vreemde steden moet bezoeken,  op de hoogte moet zijn van het wereldnieuws,  veel vrienden moet hebben, cultureel verantwoorde dingen moet doen, nieuwe recepten moet proberen, in contact moet blijven met je verste familie en iedereen uit de brugklas van 1994 maar ik pas ervoor.

Ik ben opgegroeid met agressiviteit, onveiligheid en woede-uitbarstingen van die ouwe, gericht op mij want ik was de enige die ze ogenschijnlijk aankon (mijn broertje liep op zijn vijfde bij de GGD en mijn moeder had op haar veertigste hartklachten). Ik denk dat ik mede daarom absoluut allergisch ben voor ‘gedoe’. Ik wil leven op mijn eigen manier, mijn eigen voorwaarden en waar mogelijk alleen met de mensen, spullen en verplichtingen die ik er zelf in toelaat. Ook, zo min mogelijk.

Ambitie heb ik niet. Althans, niet in materialistische zin. We willen dit huis mooi afwerken en hier wonen zo lang de kinderen thuis wonen. Ik vind mijn huwelijk en mijn kinderen vele malen belangrijker dan bezittingen en tijd is veel belangrijker dan geld. Een kalm leven een ambitie noemen, kan eigenlijk niet he? 😉

In deze wereld waarin iedereen druk druk druk is en van trend naar hype en van ophef naar schandaal en van aankoop naar aankoop rent en klaagt over het gebrek aan uren in een dag, is een leven met wat uren ‘over’ de ultieme luxe. Een vredig, kalm en rustig leven is voor mij het beste dat er is.

Je hebt mensen die gedijen bij meer interactie met de buitenwereld maar ook dan is het leven -lijkt mij- aangenamer als de basis van je leven kalm is. Of je nu werkt of niet, kinderen hebt of niet, in een hytte op de hei of in een appartement in een grote stad woont: minder moeten -van je spullen, je agenda, je verplichtingen, de mensen met wie je je omringt, je werk- zodat er tijd over blijft om uit het raam te staren, je gedachten te onderzoeken, de dag rustig te beginnen of een hele zondag alleen maar aan te rommelen, is essentieel voor een aangenaam leven.