Declutter-update, meer vrijheid met minder spullen.

Foto door Evgeny Tchebotarev op Pexels.com

Dat was een lange blogpauze. Ik weet nog steeds niet of ik verder ga schrijven. De ironie is dat ik nu minder spullen heb dan ooit, maar er ook minder over te vertellen heb, dan ooit. En dat was toch een beetje de focus van mijn blog.

Soms denk ik: ik ga schrijven over andere dingen. Gelezen boeken, bekeken films, gemaakte recepten, Noorwegen en de verschillen met Nederland, plantjes, kruiden, doe het zelf dingen… maar ik kom toch altijd weer uit bij zuinig en minimalistisch leven, haha.

Declutteren… dat doe ik altijd wel een beetje. Ik heb steeds minder nodig, om te zijn wie ik ben en te leven hoe ik wil. De laatste maanden ging er dan ook best veel weg, terwijl ik weinig kocht. Een kleine samenvatting….

Kleding. Altijd lastig. Ik kan tegelijkertijd te veel en te weinig hebben. Jurken en rokken draag ik steeds minder want ik doe niet meer aan panty’s en ik houd *niet* van blote benen.

Mijn ‘uniform’ is een sweaterdress met een legging en nu het weer warmer (haha, niet vandaag) wordt, een wijd uitlopende broek met een top met v-hals. En sneakers, want mijn rug doet niet meer aan hakken. Ik heb zo’n dertig kledingstukken voor het hele jaar en ik heb de nodige items laten gaan, want niet langer mijn stijl.

Ik houd van kleding, ik houd van er enigszins vrouwelijk en netjes uitzien, maar het moet niet te belangrijk zijn. Op de eerste plaats voor mezelf, en niet meer voor de buitenwereld want mijn achting van de buitenwereld is toch al niet erg gestegen sinds maart 2020.

Boeken. Ik heb er nu nog vijf; drie over planten, een vogelboek en De Jongen, de Mol, de Vos en het Paard. Ik ben blij met mijn ereader en Kobo Plus.

Keukenapparaten. Ik heb nog de KitchenAid, wafelijzer, de minimuffinmaker voor de kinderen, staafmixer, rijstkoker, frituurpan en gourmetstel.
Alsnog veel als ik het opschrijf maar alles wordt minstens wekelijks gebruikt, ook het gourmetstel.

Weg gingen mijn slowcooker, airfryer, ovenschalen, (ik gebruik mijn gietijzeren pan als ovenschaal), pureeknijper (gekocht met hoge aspiraties, maar nooit gebruikt), melkopschuimer en vast nog meer, dat ik nu vergeten ben want zo gaat dat altijd.

Overigens is een frituurpan een van de weinige dingen die ik ooit opnieuw gekocht heb: de man kon niet zonder 😉 deze is wel veel kleiner, handzamer en makkelijker schoon te maken, dus op zich was het geen slechte afschaf 😀

Ik plakte foto’s, de paar die ik nog heb, in in een mooi Paperblanks boek dat ik met kerst van de man kreeg.

De administratie moest eraan geloven en ik deed alles weg wat we echt niet meer nodig hadden en wat wettelijk gezien niet hoeft te worden bewaard.
Ik kwam zelfs een cijferlijst van ’s mans Havo-diploma tegen. Hoe die al dertien jaar alle rondes heeft overleefd (de cijferlijst dus) is me een raadsel. Het is altijd zo fijn om die map op te schonen. Ik heb een dunne ordner met hierin de belangrijkste dingen: geboorte- en huwelijksaktes, diploma’s, verblijfsvergunningen, recente correspondentie van de belastingdienst, jaaropgaven en pensioendocumenten (die laatste kan ik net zo goed weggooien en vervangen door een briefje met ‘you’re f*cked’ maar dat is voor een ander verhaal)

Dekens… hoeveel kan je er hebben? Ik had mooie wollen dekens. Ze lagen op de koudste nachten op bed, maar verder waren ze nutteloos, want ze prikken vreselijk.
Dan kan ik voor die paar nachten net zo goed ons zomerdekbed gebruiken.

Voor op de bank heb ik een fleecedeken. Twee kussens. Een schapenvacht. En dat is het. We hebben per persoon een zomer- en winterdekbed en twee overtrekken. De kinderen hebben allemaal een fleecedeken voor als het erg fris is.

Bijna alle decoratie kreeg een functie elders. Niet dat het nog veel was. Ik heb nog twee waxinelichthouders, twee kandelaars, drie zoutlampen, twee metalen kunstwerkjes met vogels en een levensboom, twee afbeeldingen met hertjes en dat is het. Heerlijk leeg.

Het vloerkleed… ik wil nog een keer een poging doen om het met autoshampoo schoon te krijgen want na vijf jaar is het wat smoezelig. Volgens de man had het altijd al een kotskleur maar ik vind ‘het’m nog mooi, ondanks dat het niet heel praktisch is. Dit idee.

Make up…. Ook dat is steeds simpeler: ik heb een kleur lippenstift, camouflagestift, mascara en wenkbrauwpotlood. Eyeliner…. ik heb het lang gebruikt en misschien ga ik dat weer doen maar ik heb het er de laatste keren meteen weer afgehaald. Het stond me niet meer.

Ook wierp ik een kritische blik in de medicijnen en supplementen die we hebben. In het boek van Elaine St. James las ik dat ze alleen nog paracetamol heeft en in ons geval is dat ook het enige dat we ooit gebruiken. Bovendien was het nodige over de datum, want als we er twee of drie op een jaar slikken per persoon, is het veel.

Ik gebruik toch eigenlijk altijd huismiddelen… Bij zere keel: honing. Bij diarree: gember, banaan, gefilterd water. Misselijkheid: pepermuntolie en cola. Huiduitslag: calendulazalf of havermout. Bij hoesten: tijmolie. Spierpijn: massage. Bij luchtwegklachten: oregano-olie. Voor de weerstand: echinaforce. Voor andere gekkigheid: van alles, van de homeopatische huisapotheek van Helios tot cannabisolie en van etherische olie tot kruidenpreparaten. Werkt veel beter, zonder vervelende neveneffecten.

Andere cosmetica: behalve Dr. Bronnerzeep, gebruik ik niet veel. Micellair water. Cognacspons. Olie, om te smeren. Zonnebrandcrème -biologisch- want mijn gezicht vindt de zon echt niet leuk meer, na een paar uurtjes in het voorjaarszonnetje lijk ik tien jaar ouder 😀

Tassen: mijn rugzak ging weg, mijn leren tas staat te koop en ik kocht via etsy een zwarte, grotere tas ervoor in de plaats.

Ik bestel de wat ik nog van de supermarkt koop online, maar ga nog wel eens een rondje naar het winkelcentrum voor een broek voor een kind, een fles shampoo, kattenvoer etc. en dan is mijn nieuwe tas veel meer praktisch. En leuk, ook dat nog. Precies groot genoeg voor een rondje kleine boodschappen.

Verder ben ik veel alweer vergeten, maar ik herinner me een kapot luchtbed, een slaapzak (we hebben er twee, maar gebruiken er eentje, voor ca. twee dagen per jaar), een oude slee, hockeystick, fiets, cd-rekken, een trolley, boekenkast, een kapotte stofzuiger en wasrek, horloge, smeltkralen, spelletjes, een paar afgedragen winterschoenen van de jongen, knuffelbeesten die weg mochten van de kinderen….

Ik kan niet geloven dat er in ons huis toch nog veel overbodigheid aanwezig was. Maar zo gaat het als je alles van zijn plek haalt en besluit alleen terug te stoppen wat echte waarde heeft… je blik op de dingen verandert, wederom. Ik kan best verzinnen dat we twee slaapzakken nodig hebben, in het geval twee kinderen tegelijk een overnachting hebben. Maar die kans is redelijk nihil. De slee was leuk (op ski’s, met een stuurtje) maar ze hebben allemaal een mat om mee te sleeën, die niet een hele kuub ruimte inneemt.

En: ook het leven verandert. Gewoontes veranderen. Kinderen groeien. Interesses veranderen. De wereld verandert. Soms horen daar andere dingen bij en soms moet je loslaten wat je eerder dacht of vond of wilde. Niet alleen wat spullen betreft maar een ontrommelde omgeving maakt me ook rustiger in mijn hoofd.

Ik houd ervan dat wat ik nu heb, past bij het leven dat ik nu leef. Ik hoef niets meer. Minder is prima. Er zijn ook dingen die ik vermoedelijk niet vervang als ze kapot gaan, of opraken. Ik kan doen wat ik wil, niet echt gehinderd door mijn overbodige bezittingen of valse sentimenten.

Het maakt het ook makkelijker om om te gaan met de dingen die nu gebeuren. Hoe minder ik heb, des te minder ik heb te verliezen en des te flexibeler en minder omkoopbaar ben ik. Ik weet wat mijn prioriteiten zijn en dat zijn niet die van de maatschappij of de overheid of de commercie.

In elk geval, ik ben weer fijn ontspuld en het is zowaar zonnig aan het worden lijkt het wel.